Japanse acupunctuur, ook wel bekend als "Japanese
Acupuncture," is een vorm van acupunctuur die zijn wortels heeft in de
traditionele Chinese geneeskunde, maar unieke kenmerken en technieken heeft
ontwikkeld in Japan. Het onderscheidt zich door een meer subtiele, zachtere
benadering van naaldplaatsing en diagnostiek in vergelijking met de meer
bekende Chinese acupunctuur.
Kenmerken van Japanse acupunctuur zijn onder andere:
Dunne naalden: Japanse acupuncturisten gebruiken over het
algemeen dunnere naalden dan bij Chinese acupunctuur, wat de behandeling minder
pijnlijk maakt en minder kans op schade aan weefsels geeft.
Oppervlakkige naaldplaatsing: De naalden worden vaak minder
diep ingebracht dan in de Chinese acupunctuur. Dit maakt het minder invasief en
geschikt voor patiënten met een gevoelige huid.
Meridiaanpalpatie: Japanse acupuncturisten vertrouwen sterk
op het voelen en palperen van de meridianen om de juiste naaldplaatsen te
bepalen, in plaats van alleen te vertrouwen op anatomische locaties.
Moxibustie: Japanse acupunctuur omvat vaak het gebruik van
moxibustie, waarbij gedroogde bijvoetkruid (moxa) wordt verbrand op de
naaldpunten om warmte en stimulatie te bieden.
Diagnose en behandeling op maat: Net als bij andere vormen
van acupunctuur, streeft Japanse acupunctuur naar een nauwkeurige diagnose van
de patiënt door te kijken naar polsdiagnostiek, tongonderzoek en het evalueren
van symptomen. De behandelingen worden dan aangepast aan de individuele
behoeften van de patiënt.
Japanse acupunctuur wordt vaak gewaardeerd om zijn zachte
benadering en is geschikt voor mensen die gevoelig zijn voor naalden of op zoek
zijn naar een meer subtiele vorm van acupunctuur. Het is ook bekend om zijn
effectiviteit bij het behandelen van een breed scala aan aandoeningen,
waaronder pijnbestrijding, stressvermindering, spijsverteringsproblemen, en
meer. Deze traditionele geneeskunde blijft populair en trekt wereldwijd professionele
acupuncturisten aan die zich willen specialiseren in deze unieke benadering van
acupunctuur.